Monument

Grafmonument Ted Bachenheimer

’t Harde en Hoge Enk in oorlogstijd
De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog wordt op ’t Harde tegenwoordig vooral bepaald door een opvallend grafmonument aan de Eperweg. Duidelijk zichtbaar aan de provinciale weg wordt een naam en een persoon herinnerd. Velen rijden er iedere dag aan voorbij. Kort na de oorlog werd een eenvoudig gedenkteken opgericht voor een geallieerde soldaat, Theodore H. (Ted) Bachenheimer, die op 22 oktober 1944 door Duitse soldaten werd doodgeschoten. Veel was er over het slachtoffer op dat moment niet bekend. In latere jaren is het monument aangepast. Eenmaal per jaar komen op 4 mei op deze plek mensen samen om de doden, in het bijzonder Theodore Bachenheimer, te herdenken. Achter de naam van deze Duitse Amerikaan schuilt een bijzonder levensverhaal.

Ontsnappingsroutes over de Rijn
Na Operatie Market Garden waren enkele honderden geallieerde militairen in bezet gebied terechtgekomen en ondergedoken. Met hulp van verzetsgroepen zetten geallieerde geheime diensten twee ontsnappingsroutes op. De ene route, Operatie Windmill via boerderij De Wildt bij Zoelen, mislukte. Bij die actie was onder anderen Theodore H. (Ted) Bachenheimer betrokken. De andere route, Operatie Pegasus I via Renkum, werd wel een succes. 

Operatie Windmill
Vanuit het al bevrijde Noord-Brabant waren rond 12 oktober 1944 Peter Baker en Ted Bachenheimer, een Britse inlichtingofficier en een Amerikaanse parachutist, op de boerderij De Wildt bij Zoelen gekomen. Zij waren verantwoordelijk voor het opzetten van Operatie Windmill, een ontsnappingsroute voor de geallieerde Airbornes die waren gestrand na het mislukken van Operatie Market Garden. Via Amerongen zou men de Neder-Rijn overvaren, om via tal van sluipwegen bij boerderij De Wildt te komen. Van daaruit konden ze bij Echteld de Waal worden overgezet naar het reeds bevrijde zuiden. Op 16 oktober 1944 ging het mis. De Duitse Sicherheitsdienst arresteerde de bewoners van boerderij De Wildt. Ook Baker en Bachenheimer werden opgepakt. Fekko Ebbens, de fruitteler en eigenaar van boerderij De Wildt, werd als vergelding op 14 november 1944 in Renswoude gefusilleerd.

Operatie Market Garden
Op zondag 17 september 1944 nam Theodore Bachenheimer deel aan de Operatie Market Garden. Theodore sprong met het 504th naar beneden in de omgeving van Overasselt, ten zuiden van Nijmegen. De opdracht van het regiment was het veroveren van de Maasbrug bij Grave. Opnieuw toonde Bachenheimer zijn durf en moed. Per fiets begaf Theodore zich richting Nijmegen, de stad die op dat moment nog in Duitse handen was. Bachenheimer meldde zich diezelfde dag bij het hoofdkwartier van de Ordedienst (OD), een belangrijke verzetsgroep in Nijmegen. Op aandringen van de commandant van de OD nam Bachenheimer de leiding van de groep op zich. Hij stuurde patrouilles de stad in, vroeg om inlichtingen, ondervroeg gevangenen en gaf inlichtingen door aan zijn eigen hoofdkwartier. Op 19 september lukte het de groep OD’ers om ongeveer veertig Duitsers uit te schakelen en het station in geallieerde handen te krijgen. Op 20 september nam Theodore Bachenheimer deel aan een operatie om de Waal over te steken. Om onduidelijke reden keerde hij echter kort daarna terug naar zijn hoofdkwartier. Theodore ging echter onverminderd door met zijn militaire activiteiten, zoals gewaagde verkenningstochten. 

Windmill-Lijn
In deze periode ontmoette Theodore Bachenheimer Captain Peter Baker, een officier van de Britse inlichtingendienst, en zijn plaatsvervanger Pringle Dunn. De beide mannen waren diep onder de indruk van de moedige activiteiten van Bachenheimer. Ze vroegen Bachenheimer om ondersteuning. Bakers eenheid hield zich onder andere bezig met ontsnappingen en het vluchten van geallieerde soldaten uit vijandelijk gebied. Na de Operatie Market Garden werden er twee operaties door deze eenheid opgezet. Voor een van deze acties, namelijk operatie Windmill, werden Baker en Bachenheimer ingezet. Hun belangrijkste taak was om de zogeheten Windmill-lijn te organiseren om daarmee geallieerde militairen te kunnen laten ontsnappen. 

Boerderij Ebbens
In de nacht van 11 op 12 oktober 1944 maakte Baker bij Tiel de overtocht over de Waal. Een nacht later volgde Bachenheimer. Beiden vonden onderdak bij de fruitkweker en verzetsman Fekko Ebbens (1912-1944) in het dorp Drumpt. Bachenheimer en Baker waren onvoorzichtig en maakten overdag in burger een wandeling door het dorp. Vermoedelijk zijn ze daarbij opgemerkt door een verrader. De boerderij van Ebbens had overigens daarvoor al de aandacht getrokken van de Sicherheitsdienst. In de nacht van 15 op 16 oktober werd de boerderij van Ebbens omsingeld. Door een list kwamen de Duitsers binnen en arresteerden tien mensen waaronder ook Baker en Bachenheimer. Ze werden in hun slaap verrast. Nadat hun uniformen waren gevonden, werden Baker en Bachenheimer gescheiden van de anderen weggevoerd naar Tiel. De volgende dag werden de arrestanten vervoerd naar een dorpje in de omgeving van ’s-Hertogenbosch. Daar werden Baker en Bachenheimer urenlang verhoord. De operatie Windmill werd daarna meteen gestopt. Na het wegvallen van deze ontsnappingsroute werd een nieuwe route ontwikkeld. Deze kreeg de naam Pegasus. 

Gevangenschap en vlucht
Op 18 oktober 1944 werden Baker en Bachenheimer overgebracht naar een krijgsgevangenkamp in Culemborg. Vanuit dit kamp moest het tweetal lopend naar het strafkamp Amersfoort. Na een kort verblijf in Amersfoort werden Baker en Bachenheimer op 21 oktober 1944 op transport gesteld richting Fallingbostel. Tijdens dit transport wist Theodore Bachenheimer, samen met drie Britse para’s, tussen Harderwijk en Nunspeet vanuit de trein te ontsnappen. Bachenheimer koos daarbij zijn eigen pad. Een dag later, op 22 oktober 1944, wisten de Duitsers hem weer te arresteren. Volgens een lezing van een ooggetuige zou er die avond omstreeks negen uur sprake zijn geweest van een vechtpartij, waarna Bachenheimer opnieuw een poging deed om te vluchten. Kort daarop zou hij door twee schoten om het leven zijn gebracht. De volgende dag werd het lichaam van Theodore Bachenheimer gevonden. Het gevonden identiteitsplaatje en enige documenten wezen uit dat het slachtoffer Theodore H. Bachenheimer was. 

Begraafplaatsen
Op 23 oktober 1944 werd Theodore Bachenheimer begraven op begraafplaats De Eekelenburg in Oldebroek. In april 1946 werden zijn stoffelijke resten herbegraven op de Amerikaanse militaire begraafplaats in Neuville-en-Condroz (ten zuiden van Luik) in België. Drie jaar later – in april 1949 – kreeg Theodore Bachenheimer zijn allerlaatste rustplaats op de Beth Olam Jewish Cemetery in Hollywood. 

Bron:
Willem van Norel. Elburg en omstreken in oorlogstijd 1940-1945. Herdenkingsboek. Raalte, 2020.

Grafmonument Ted Bachenheimer

Praktische informatie

Contactgegevens

  • Routebureau Veluwe
  • https://www.routesopdeveluwe.nl

Delen