Van Manusje-van-alles naar reclame-stripfiguur

Aan de overkant van de Zuiderzeestraatweg op nummer 633 zit een timmermansbedrijf. Jan moet hier nog even spijkers halen voor zijn vader. Hij vertelt Marie dat daar eerst Kloosterziel zat. Die ventte met zijn hondenwagen of met een transportfiets zijn producten in de verre omtrek.“Kloosterziel was een manusje-van-alles zegt vader altijd.Hij was aannemer, handelaar in kruideniers-en grutterswaren, leverancier van motoren en rijwielen en doe-het-zelf artikelen zoals hout, steen, kalk, cement enspijkers. Hij verkocht ook wijnen, likeuren, drogisterijartikelen, uurwerken en verlichting. O ja…..en hij maakte ook nog meubels.”Vader heeft er ook een nieuwe bergroei (staander voor de hooiberg) gekocht. Jan heeft in een oude krant wel eens een advertentie gezien waarinKloosterzielzijn zaak‘de grootste particuliere zaak van Nederland’ noemt.

Maar sinds 1930 zit daar Mennevan der Weerd. “Hij is begonnen in een houten schuur”, weet Jan. “De houtbewerkingsmachines worden met banden aangedreven vanuit de kelder onder de schuur. Hij bouwt veel in Hattemerbroek en omgeving.”

Een gedeelte van het pand en schuur verhuurde Van der Weerdlater aan Van Ommen die er een fietsen- en taxibedrijf en een benzinepomp begon. Rijwielhandel van Ommen is er nu nog steeds.

 

Al ze naar rechts de Zuiderzeestraatweg over kijken zien ze op nummer 629 de bakkerij en kruidenierswinkel van Koopman. “Ik vind dat geveltje in het midden toch zo mooi”, zegt Marie. Jan beaamt dat en zegt dat de bakkerij er al heel lang zit. “De vader van Bakker Koopman was eerst landbouwer en werd in ongeveer 1870 bakker. Later kwam er ook een kruidenierswinkel bij. Het werken in de bakkerij is zwaar: ’s nachts wordt het brood gebakken, zodat het in alle vroegte rondgebracht kan worden. De bakker ging wel met zijn tijd mee.  Eerst bracht hij het brood met de kruiwagen, later in een fiets met een grote mand voorop, gevolgd door een bakfiets.

Jan vertelt Marie dat het in 1903 uitgebreid werd met veevoeders en een café. Toen het café later werd gesloten, kwam er een manufacturenwinkeltje in. Helaas brandde het pand in 1912 af. “Maar gelukkig is het op dezelfde plek werd gebouwd, en nu met een mooie geveltje” zegt Jan.

Nog weer later werd een grote personenbus omgebouwd tot een rijdende kruidenierswinkel. Vanaf de jaren ’60 waren er nog maar drie kruidenierswinkels/bakkerijen in het dorp, waarvan de winkel op nummer 629 als laatste de deuren sloot.

 

Nog iets verder naar rechts, opnummer 625zien Jan en Marie petroleumboer Van Gelder. Petroleum, ruwe olie of aardolie, wordt veel gebruikt in het dagelijks leven. Ook bij Jan en Marie thuis. Hun moeder gebruikt petroleum om op te koken en het huis wordt er mee verwarmd. Jan vult er ook de lampen mee, die ’s avonds voor verlichting zorgen. In iedere kruidenierswinkel of bakkerij is het dan ook te koop. Toch doen de bakkers dat liever niet, want brood met een petroleumluchtje smaakt nu eenmaal niet zo lekker. Van Gelder vent met zijn handkar niet alleen in Hattemerbroek, maar ook in de wijde omtrek. Hij heeft de bijnaam ‘De Automaat’, omdat hij de petroleum inkoopt bij een Rotterdamse oliemaatschappij met die naam. Hij heeft op zijn pet en kar ook ‘De Automaat’ staan. Jan leest graag het wekelijkse stripverhaal dat uitgegeven wordt door de oliemaatschappij. Het is erg populair en gaat over Pijpje Drop.Het eindigt altijd met de zin: ‘Hoe ’t verder Pijpje Drop vergaat, staat in de volgende Automaat’.

De ‘Automaat’ is later overgenomen door Esso.